Kronen en bruggen

Altijd passend bij uw gebit.

Kronen en bruggen worden vaak in een adem genoemd. Want het zijn beide vaste vervangers van eigen tanden. Maar wat is precies het verschil, wanneer kiezen we voor een van de twee en hoe past dat bij uw eigen tanden? We leggen het allemaal uit.

Kroon vervangt één zichtbare tand of kies

Wanneer u een verzwakte, beschadigde, verkleurde of gebroken tand of kies heeft, kan een kroon een mooie oplossing voor u zijn. Het is een vaste vervanging van het zichtbare gedeelte van een tand of kies. Als er niets is om de kroon op te zetten, plaatsen we vaak eerst een implantaat. Een kroon is van porselein of zirkonium en heeft de kleur en geven we precies dezelfde kleur als uw eigen tanden.

Stappenplan: zo plaatsen we uw kroon

  1. De beschadigde tand of kies wordt onder plaatselijke verdoving door de tandarts iets bijgeslepen.
  2. De tandarts maakt een scan (soms een afdruk) van uw tand of kies.
  3. Een tandtechnisch laboratorium maakt met die scan / afdruk een passende kroon.
  4. De kroon wordt als een kapje over uw beschadigde tand of kies geplaatst.

Een brug overbrugt meerdere ontbrekende tanden

Wanneer u één of meerdere tanden mist, is een tandheelkundige brug een mooie oplossing voor u. Een brug bestaat uit een vaste combinatie van drie of meer tanden of kiezen aan elkaar. De tanden links en rechts ervan functioneren als pijlers, als steun van de brug. Die moeten sterk genoeg zijn om dat te dragen. Daarom krijgen ze beide een kroon.

Net als bij kronen krijgt ook een brug dezelfde kleur als uw eigen tanden. Daardoor vormt het één geheel met de rest van uw gebit.